Cathelijnes Wereld: Jip en Janneke

Oudste ging 13 jaar geleden op zijn eerste schooldag alleen de school in en kwam een paar uur later hand in hand met een ander jongetje weer naar buiten. Vanaf die dag waren ze onafscheidelijk.
Hoe heerlijk, denk ik dan. Maar ik ontdekte in de loop der jaren dat niet alle moeders (sorrie, speelafspraakjes is kennelijk toch vooral een moeder-terrein) er net zo in staan als ik. Ik was echt heel verbaasd dat toen ook mijn andere kinderen intense vriendschappen aangingen, ouders dat afremden. Zo van ‘je moet niet te afhankelijk worden van 1 vriendschap’. Er kwamen allerlei redenen langs om die intense vriendschappen minder intens te maken. Beetje verdelen, beetje spreiden, je hebt gisteren ook al met die-en-die afgesproken dus nu maar even met iemand anders.
Ik had er wat voor over gehad als kind, zo’n vriendschap. Iemand op wie je helemaal vertrouwt, waarvan je weet dat jij op nummer 1 staat. En ik kan me enorm goed voorstellen dat mijn vriendschapsgeschiedenis mede bepaalt hoe ik naar vriendschappen van mijn kinderen kijk. En de vriendschapsgeschiedenis van die andere moeders ook beïnvloeden weer hoe die moeders naar de vriendschappen van hun kroost kijken. Dus het gaat helemaal niet over 2 kinderen, er blikt een horde aan mensen mee over die schoudertjes.
Want stel jij hebt als moeder ervaring met een vriendschap die ook wel een beetje beklemmend was, voor je het weet wil je dat je kind besparen. Of je was, zoals ik, een beetje een lonelyer, en dus dolblij dat jouw kind wel vriendschappen aangaat. Als ik zo terug kijk denk ik dat ik misschien best wel eens iets teveel gepusht heb, zo blij was ik dat mijn kinderen niet in eenzaamheid naar huis gingen.
En misschien heb je als ouder wel iets met autonomie, met op onbewust niveau bezig zijn vooral niet afhankelijk te zijn van anderen. Ook dat heeft invloed op hoe je over vriendschap denkt (spreiden! Dan ben je van niemand echt afhankelijk). Of ben je juist erg onzeker en zuig je vriendinnen onbedoeld een beetje leeg. En dat voelt die moeder van dat vriendinnetje dus die deinst een beetje weg, en dat voel jij weer, en dat benauwd je.
En al die dynamieken gaan verhuld, onbewust. En dus heb je oprecht het gevoel dat je alleen maar het beste met je kind voor hebt. Maar hé, dat kind is niet jouw kloon. Dus jouw kind doet vriendschappen misschien anders, ervaart ze anders. Voor het ene kind is vriendschap als zuurstof, voor de ander een mooie kers op de taart van het leven maar niet meer dan dat. Voor het ene kind is het heerlijk om een Jip&Janneke vriendschap te hebben waar geen speld tussen kan, en het andere kind vind dat veel te veel en fladdert van de een naar de ander. Waar ik een mens ben van een heel select aantal vriendschappen, kan ik me verwonderen over hoe jongste van de een naar de ander dartelt en soms ook gewoon geen zin heeft in wie dan ook. En oudste heeft juist een hele hechte groep waar ze ongeveer alles mee doen. En middelste heeft groepjes: groepje school, groepje manege, groepje tiktok, groepje waar ik geen weet van heb, en misschien nog wel meer groepjes.
Dus ook hier merk ik hoe belangrijk is om te kijken wat er wel en niet werkt voor elk van mijn kinderen. En welk aandeel ik onbedoeld zou kunnen hebben in hun keuzes. Goddank is de tijd voorbij dat ik de speelafspraken diende te managen en dus al die moeders-onder-elkaar-dynamiekjes moest verduren. Nu mogen ze het zelf doen, op hun eigen manier. En eigenlijk is het heel leuk om te zien hoe ze dat allemaal weer anders doen.
Tot morgen,
Cathelijne